Vaarwel
Toen ik besloot om over deze zomer te gaan bloggen, had ik geen flauw idee dat er zo’n verdriet op mijn pad zou komen. Ik heb nagedacht of ik wel hierover mag bloggen, of het wel gepast is. Maar uiteindelijk is de dood een onderdeel van het leven en al zou je dat het liefst vergeten en negeren, we kunnen er niets aan veranderen. Dus wil ik mijn gevoelens en gedachten bij de rest van mijn zomerervaringen opnemen.
Ik kan het nog steeds maar moeilijk geloven dat onze lieve Wim er niet meer is. Het telefoontje in Italië was afschuwelijk. Maar aan de andere kant heb ik gemerkt dat er veel mensen zijn die om me geven, zelfs al kennen ze me pas twee weken. Ook zie je meteen hoe het leven verder gaat, ook al staat het voor jou even stil. Heel even was ik daar boos over, maar ik realiseerde me meteen dat stilstaan geen optie is en dat je ervoor kunt kiezen om verder te gaan. Die avond in Italië heb ik ervoor gekozen om me extra mooi aan te kleden. Wim gaf me altijd complimentjes wanneer ik er mooi uit zag en ik wilde me dat herinneren.
Alle mooie herinneringen die ik de afgelopen jaren heb verzameld verzachten het rauwe gevoel van het verlies een beetje. En gelukkig heb ik genoeg tijd met Wim gehad om een heleboel herinneringen te verzamelen.
Als jong, verlegen meisje kwam ik werken en ik al die jaren heb ik me ontwikkeld tot een zelfbewuste jonge vrouw, die niet bang is om de leiding te nemen. Wim en Marion hebben altijd gezien dat dat in me zat en me de ruimte geboden om dat te ontwikkelen. Daar ben ik ze heel erg dankbaar voor. Ook heb ik zo’n 50% van mijn vieze-woordenschat van Wim geleerd. Daar ben ik blij over, maar of iedereen dat met mij deelt… ;)
Het blijkt dat de kleine, grappige dingen de dingen zijn die ik me het sterkst herinner. De grapjes tussen het werk door. Zijn tanden in je schouder als je een klant staat te helpen, op je teen staan terwijl je een klant staat te helpen, de ontzettend dikke knuffels in de koelcel of aan het eind van de zaterdag, het spelletje om een liedje in zijn hoofd te stoppen, samen zingen. Dat Wim altijd zong vond ik heerlijk. Zelf ben ik niet zo’n goede zangeres, maar toch zong ik regelmatig mee. Dat durfde ik omdat ik me in de winkel zo op mijn plek voelde. Kinderen voor Kinderen, het liedje van de Lion King, Ciske de rat, Nothing else matters van Metallica (waarvan Wim de tekst in ‘het is toch altijd hetzelfde’ veranderde. Hij vond het een stom nummer), kerstliedjes enz enz. Eén keer kan ik me nog heel duidelijk herinneren. Ik zat met New York, New York in mijn hoofd en neuriede dat voor me uit. Wim ging mee zingen en uiteindelijk zongen we beide uit volle borst. Genieten was dat.
Ook de eetrituelen na het werk zijn me dierbaar. Het begon met voor een tientje patat halen en dat met z’n allen rond het hakblok opeten. En maar duwen met z’n allen. Patat smaakt namelijk stukken beter als je ervoor gevochten hebt. Daarna gingen we een tijdje naar de Burger King en Wim ging ook wel eens mee. Uiteindelijk werd het bier drinken + een ijsje eten achter in het dagverblijf. Al vrij snel had iedereen geleerd dat het beter was om je ijsje pas open te maken nadat je je geld had gehaald. Want als je het bij je had was daarna de kop ervan af gebeten :)
Verder had Wim een hele hoop uitspraken. Pijn is fijn, bloed is goed. Sex met een ijsbeer (dat is pas koud), Je bent zelf een …. (vul maar in), …. in je broek. Kijk uit voor de boze wolf. Doe geen dingen die ik ook niet zou doen. Enzovoorts enzovoorts.
En in de loop der jaren heeft Wim me een aantal bijnamen gegeven: Vonnie B. Knabbel & Babbel (ja, allebei) en hij noemde me zijn Dieseltje. De eerste keer was ik daar een beetje beledigd over… vond hij soms dat ik langzaam was? Maar al snel realiseerde ik me dat het een hele toepasselijke benaming is. Ik ben inderdaad nooit de snelste in de winkel geweest, maar wel altijd heel erg stabiel. Net zoals een diesel. Dus ik ben er trots op om zo lang zijn Dieseltje te zijn geweest.
Dan was er de uitvaart gisteren. Wat een intens verdrietige, maar ook mooie dag. Het is moeilijk om dat in woorden te beschrijven.
De locatie was prachtig en het weer ook. Er waren zo veel mensen gekomen om afscheid te nemen, dat doet goed. Het was heel fijn om mijn ‘slagersfamilie’ om me heen te hebben. Zij waren er voor mij en ik voor hen. Er waren momenten waarop ik dacht dat mijn hart van verdriet uit elkaar zou spatten, maar dan was er altijd iemand naast me om mijn hand te pakken, een arm om me heen te leggen of een dikke knuffel te geven.
Zoals Wim het gewild zou hebben is er niet alleen gehuild, maar ook gelachen. Zijn prosecco deed iedereen goed en tegen menigeen heb ik gezegd ‘je bent zelf een glas prosecco’.
Aan het eind waren we nog met een hele groep slagersmensen over. We hadden de neiging om te zeggen, jongens (van de catering) ga maar vast en geef ons de sleutel. We sluiten wel af als we klaar zijn. Dat deden we namelijk regelmatig zaterdag na het werk als Wim naar huis toe wilde.
Ik zou nog uren door kunnen schrijven, maar het is nu al een heel lang verhaal geworden. Er rest mij nog één ding te zeggen:
Wimsalabim, ik mis je nu al!